Dinsdag 22 april vindt de theatershow ‘omgaan met online criminaliteit’ plaats in het posthuistheater. De presentator bij deze show is niemand minder dan Catherine Keyl.
De show is georganiseerd door het ministerie van Jusititie & Veiligheid en wordt gefaciliteerd door de HOWO-gemeenten. (Heerenveen, Oost- & Weststellingwerf, Opsterland)
Tijdens deze show wordt er ingegaan op bekende en onbekende (online) criminaliteit, zoals phishing, nepagenten, aan- & verkoopfraude en nog meer.
Het doel is om zoveel mogelijk ouderen/senioren weerbaar te maken tegen deze verschillende vormen van (online) criminaliteit.
Aanmelden kan via Aanmelden voor bijeenkomst over (online) criminaliteit – Gemeente Heerenveen
Flyer presentatie online veiligheid (3)
Als je in het vastgoed of de makelaardij werkt, dan kan het zijn dat je er over de vloer komt, maar de meeste bewoners van Nieuweschoot komen alleen bij OTS InterStudie voor de jaarlijkse ledenvergadering van Plaatselijk Belang. Nu bestaat het bedrijf van Jan en Wupkea Ots 25 jaar. Tijd om nader kennis te maken.
Jan en Wupkea leerden elkaar kennen in 1993 in Zuidoost-Groningen, de streek waar zij opgroeiden. Jan studeerde bedrijfskunde aan de Christelijke Agrarische Hogeschool (CAH) in Dronten en Wupkea was apothekersassistente in Sneek. Jan: ’Ik had de studie bijna afgerond toen ik door de CAH gevraagd werd om voor een paar maanden een opdracht te doen voor de commerciële tak van de hogeschool. Die verzorgde trainingen en opleidingen voor het bedrijfsleven. Dat beviel goed en toen de cursuscoördinator vertrok werd ik gevraagd om haar baan over te nemen.’
In 2000, na vier jaar in Dronten gewerkt te hebben, dacht Jan: dat kan ik ook voor mezelf gaan doen. Wupkea: ‘We waren pas getrouwd en ik werkte inmiddels 8 jaar bij de apotheek. Jan was er heel enthousiast over en het idee sprak mij ook aan. We begonnen er samen aan, maar voor de financiële zekerheid bleef ik werken bij de apotheek. En ik vond mijn werk gewoon nog te leuk.’
Bij de CAH gaven ze ook trainingen voor makelaars en vastgoedbedrijven. Jan: ’Hoewel ik die cursussen niet zelf gaf, had ik daardoor wel de nodige inhoudelijke kennis opgedaan. De eerste cursus die ik ontwikkelde bestond uit zes modules en organiseerde ik op locaties in Groningen en Sneek. Voor de trainingen huurde ik docenten in met vakkennis.’
Na de start breidden de trainingen zich al snel uit richting agrarisch vastgoed en naar opleidingslocaties in Emmen, Arnhem en Almelo. Ook de opleidingen voor WOZ-taxateurs waren in trek.
Jan werkte eerst vanuit huis in Ysbrechtum. Later huurden ze een kantoorpand in Sneek. Wupkea bleef nog tot 2006 fulltime als apothekersassistente werken. Toen zij en Jan de boerderij aan de Rotstergaastweg in 2006 kochten, is Wupkea dat nog enige tijd parttime blijven doen bij een apotheekhoudende huisartsenpraktijk in Jubbega. ‘Jan kon wel wat hulp gebruiken. En toen we in 2015 een officieel erkend toetscentrum werden, niet alleen voor vastgoed en makelaardij maar voor de gehele zakelijke dienstverlening, ben ik fulltime in ons bedrijf gaan werken.’ Jan legt uit: ‘We zijn aangesloten bij een landelijk netwerk. Inhoudelijk doen we niets aan deze examens; we faciliteren, houden toezicht en zorgen dat alles goed verloopt.’
Naam
De naam OTS komt natuurlijk van de achternaam van Jan. ’Toevallig kun je de drie letters ook gebruiken om ons bedrijf aan te duiden: ‘Opleiding, Training en Scholing. Je zegt dus niet Ots maar OTS, je spreekt de letters afzonderlijk uit.’ Wupkea: ‘Hoe vaak Jan niet zijn achternaam moet spellen! Toen dachten we, daar moeten we wat mee.’
De naam COEL Toetscentrum dat op een mobiele bord buiten staat verwijst naar de organisatie waar zij bij aangesloten zijn als officieel Toetscentrum. OTS staat inmiddels voor Opleidings-, Toets- en Studiecentrum.

Woon- en bedrijfspand
Als je de Rotstergaastweg oprijdt zie je direct het pand van OTS. Ze kochten de boerderij van het naastgelegen bedrijf Siebenga. Wupkea: ‘Een woonruimte en een opslagruimte voor bouwmaterialen.’ Jan vervolgt: ‘Nog niet geschikt voor het geven van trainingen. Ik heb toen een plan gemaakt en dat voorgelegd aan Siebenga die de verbouwing grotendeels heeft gedaan.’
In december 2007 was de verbouwing rond. De cursussen begonnen in januari 2008.
Jan: ‘We kochten de boerderij met een deel van de buitenruimte die we nu hebben. We hebben na een aantal jaren de kapschuur achter de boerderij van Siebenga gekocht en daar een nieuwe schuur geplaatst waar de touringcars geparkeerd worden en allerlei bedrijfsmateriaal ligt opgeslagen. Het grasveld ten oosten van de boerderij hebben we nog weer later aangekocht om een deel ervan uit te breiden met parkeerplaatsen voor de cursisten.
Dit jaar -en hopelijk de komende jaren- stelden Jan en Wupkea dit grasveld beschikbaar voor de kerstboom.

Touringcar en meer
Omdat de ruimtes niet alle dagen gebruikt worden verhuren ze die af en toe aan externe trainingspartners. OTS ontwikkelde zich verder met andere producten en diensten (zie kader). Op oproepbasis beschikken ze over een aantal buschauffeurs en een allround medewerker. De meest opmerkelijke bedrijfstak is wel de touringcars voor studie-, school- en educatieve reizen. Voor veel bewoners van Nieuweschoot wekt dat de nieuwsgierigheid.
Wupkea en Jan leggen uit dat er ook praktijktrainingen gegeven worden, zoals het taxeren van agrarische bedrijven. De cursisten reden in het verleden achter elkaar aan van locatie naar locatie. Dat ging nog wel eens mis en raakten ze een cursist kwijt. Jan zag direct een gat in de markt: ’Ik ben toen mijn busrijbewijs gaan halen en de papieren voor touringcarondernemer zodat ik cursisten mag vervoeren, maar ook ingezet kan worden als buschauffeur voor commerciële doeleinden. Ik rij bijvoorbeeld de spelers van de Heerenveense Boys naar hun uitwedstrijden en ik doe ook veel schoolreisjes.’
De kinderen uit Nieuweschoot hebben dit met groot plezier zelf mogen ondervinden. Heel trots waren ze toen ze voor het schoolreisje bij Jan in de bus stapten en naar school reden waar de andere kinderen instapten. Na afloop werden ze weer voor hun eigen huis afgezet.
Dorpsleven
Ze woonden nog maar net in Nieuweschoot/Heerenveen toen Jan gevraagd werd voor het bestuur van Plaatselijk Belang Nieuweschoot. Vijf jaar was hij penningmeester. Wupkea is later ook voor vijf jaar bestuurslid geweest. ‘We voelen ons thuis in Nieuweschoot. We gaan bijvoorbeeld naar het bosfeest, de kerstbijeenkomst en burendag. Vroeger was na afloop van de kerstviering de kerstborrel bij ons. Daar hebben we nu geen ruimte meer voor door uitbreiding van de bedrijfsruimtes, maar de commissies en de dorpsbewoners mogen altijd gebruik maken van onze cursuszaal.’

Op de vraag of ze nog wel een privéleven hebben of tijd voor hobby’s antwoordden ze verrast: ’Zeker! Maar het werk voelt niet als werk hoor!’ Wupkea: ‘Ik werk graag in de tuin.’ Jan: ’Ik ben sinds kort penningmeester van de diaconie van de Protestantse Gemeente Heerenveen waar de Sionskerk onder valt en we begeleiden een jeugdclub.’
Viering 25 jaar OTS
De energie en het enthousiasme van Jan en Wupkea is na 25 jaar nog onverminderd groot. Jan: ‘We hebben nog geen nieuwe plannen voor ons bedrijf. Even een periode gewoon doen wat we al jaren doen en dat bevalt nog steeds goed.’ En feest vieren.
Vrijdag 9 mei 2025 van 15.00 tot 21.00 uur zetten Jan en Wupkea de deuren open om hun 25-jarig bestaan te vieren voor relaties, cursisten, familie, vrienden en dorpsbewoners. ‘Iedereen is welkom. Niks formeels, maar een informele ontmoeting op het plein met een hapje en drankje. En voor geïnteresseerden geven we graag een rondleiding door het pand.’
Een goed moment voor dorpsbewoners om Wupkea, Jan, hun bedrijf én bedrijfspand beter te leren kennen.
https://ots.nl/

25 jaar OTS
- 2000 Oprichting OTS InterStudie
- 2002 Verhuizing naar Sneek
- 2005 Start educatieve boekhandel (StudieMedia)
- 2006 Verhuizing privé naar Heerenveen
- 2007 Verhuizing bedrijf naar Heerenveen
- 2008 Start externe zaalverhuur (HeidaZathe)
- 2012 Uitbreiding nieuwe bovenzaal
- 2014 Start touringcarbedrijf (StudieTours)
- 2015 Start toetscentrum in unit op erf (COEL)
- 2017 Uitbreiding zalen in schuur t.b.v. SeniorWeb en De Munnik
- 2019 Uitbreiding erf en verbouwing buitenschuur
- 2020 Intrede online onderwijs wegens COVID
- 2021 Verhuizing toetscentrum van unit naar boerderij
Natuurgids Bert Molema van It Fryske Gea staat al te wachten op de begraafplaats Schoterhof in Nieuweschoot. Het is zondagmorgen en één van de mooie, maartse dagen. In twee uur tijd neemt hij 13 deelnemers mee door het Taconisbos, waar ooit een rijke familie hun buitenverblijf had.
Voordat we vertrekken leidt Bert de wandeling in: ’Het Taconisbos is een klein bos dat ongeveer 100 jaar gelden is aangekocht door de familie Taconis. Die had een tabaksfabriek in Heerenveen en heeft daar goed mee verdiend. In het bos hebben ze een buitenhuis geplaatst die ze niet permanent bewoonden, maar gebruikten om te recreëren.’
Flora en fauna
Bert wijst ons op de vogels die op dit moment goed van zich laten horen zoals de koolmees, roodborstje, vink en pimpelmees. Tijdens de wandeling zal hij dan ook niet alleen iets vertellen over de flora, maar ook over de vogelsoorten en de dieren zoals de das. ’Hoogst waarschijnlijk zien we de dassen zelf niet, want die kruipen weg onder de grond zodra de mens in de buurt komt, maar die laten wel veel sporen na.’
We lopen vanaf de begraafplaats richting het westen via het Kerkepad. Dit pad loopt langs de woningen en boerderijen in Nieuweschoot en deels door weilanden, van hekje naar hekje. Nu staan de koeien en de enkele stier nog op stal en kunnen we ongehinderd het pad vervolgen; nog wel, want zodra het broedseizoen begint is het Kerkepad tot 15 juni gesloten om de broedende vogels niet te storen.

Bert: ‘Nu is de roep van de vogels gericht op het bewaken van hun territorium. Daarna is de roep van de mannetjes bedoeld voor het lokken van de vrouwtjes, om te nestellen en te broeden. Het gezang neemt dan overigens af, zodat ze hun tijd en energie kunnen gebruiken voor het voeren van de jongen.’
Bert kijkt omhoog en wijst naar de Vlaamse gaai: ‘Dat zijn de wakers van ons bos. Die waarschuwen de anderen dat er indringers zijn in het gebied.’
De eerste tekenen van het voorjaar laten zich al zien. Het is zo stil dat die enkele hommel goed te horen is. ‘Heel vroeg dit jaar, net als veel plantjes.’ Bert wijst ons op de paarse dovenetel. Een van de deelnemers richt haar camera op het gele speenkruid dat ook hier al rijkelijk groeit. ‘Speenkruid bloeit vaak in vochtige grond zoals langs sloten’, aldus Bert.

Stikstof
Hier en daar is de grond drassig. De meeste wandelaars hebben dan ook gehoor gegeven aan de instructie om waterdichte schoenen aan te trekken. En we moeten niet bang zijn voor vies schoeisel, want op sommige weilanden ligt mest. Bert: ‘Machinaal injecteren boeren drijfmest onder de zoden. Met de machine worden de zoden licht opgetild, vervolgens wordt de mest geïnjecteerd, waarna de zoden weer inzakken en op hun plek terugkomen. Op die manier stoot de boer minder stikstof uit.’
Bramen en brandnetels kunnen veel stikstof verdragen, aldus Bert. ‘Groeien die in overvloed dan weet je dat het stikstofgehalte hoog is. En plantjes die dat niet goed verdragen zie je verdwijnen. En dat is jammer want de biodiversiteit gaat daarmee ook weg.’
Op een braakliggend akker naast een nabij gelegen weiland waar we langslopen geeft Bert aan: ‘Hier wordt mais gezaaid, meestal eind april. Mais is een gewas dat veel stikstof kan hebben en met de mest hier dus goed groeit.’
Taconisbos
Halverwege het Kerkepad lopen we het Taconisbos in, niet te missen door het bosrijke gedeelte van onze route. Een karrenspoor -dat nu door een boer gebruikt wordt- tekent duidelijk het aangelegde pad af van de familie Taconis die hier waarschijnlijk met hun koetsjes en paardenkarren naar hun buitenverblijf reden.
Even later passeren we het bord dat aangeeft dat dit natuurgebied in beheer is van It Fryske Gea. Met rode palen is een route te volgen die de wandelaar uiteindelijk weer naar het Kerkepad leidt.
We wijken even van de route af en komen in een drassig gedeelte met kleine heuveltjes. Bert neemt ons mee terug naar de ijstijd. Bert: ‘In de ijstijd is de zandgrond in Friesland met grote kracht opgestuwd vanuit het noorden. Dat zie je hier ook terug door het glooiende landschap, weliswaar een lichte glooiing ten opzichte van bijvoorbeeld bij Steenwijk waar die nog sterker is, maar je moet hier toch wel denken aan 5 tot 6 meter hoogteverschil.’
De das
Dassen maken handig gebruik van de heuveltje. Als Bert ons er niet op wees dan hadden we de sporen van de das nooit gezien en al helemaal niet herkend. En we hadden niet geweten dat die grote gaten de ingangen van dassenburchten zijn. ‘Dassen zorgen er voor dat hun huizen er netjes uitzien. Ze schonen de gangen achterste voren, zodat de rommel in hun vacht mee naar buiten wordt genomen.’

Bert: ‘Dassen zoeken droge plekken en daarom is dit glooiend zandgebied voor hen ideaal. Ze kiezen dan vooral de hogere delen zodat hun burcht en de jongen droog blijven.’
Een deelnemer vraagt Bert of wij nu niet de dassen storen. ‘Deze excursie is twee keer per jaar dus is de verstoring minimaal. En de wandelaars lopen over het algemeen over de paden. Sowieso is het hier nooit druk met recreanten.’
We staan even stil bij een houtwal waar duidelijk de graafsporen van een das te zien zijn. ‘Dassen zijn alleseters’, vertelt Bert. ‘ze eten wortels, knolletjes, larven, en de kadavers zoals een dode koolmees laten ze ook niet liggen.’

Bomen
We passeren een boom met een hol. Een van de deelnemers vertelt dat hier jaren een nest zat van de Europese hoornaar, een wespensoort. Niet de Aziatische hoornaar; dat is een exoot die bestreden wordt want die hoort hier niet en vreten de honingbijen op. Een andere deelnemer wijst ons er op dat je het nest moet melden zodat het verwijderd kan worden.
Het bos staat vol met beukenbomen, eiken, lariks, grove dennen, wilgen, maar er groeien ook rododendrons, hulst en sparren, volgens Bert duidelijk het gevolg van de activiteiten van de familie Taconis. ‘Daarmee lieten rijke mensen zien dat ze het goed hadden, dat ze het gemaakt hadden. Dat was 100 jaar geleden heel gewoon.’

Bert vertelt een leuk weetje. ‘Het onderhoud van een bos was toen ook veel werk en kostte geld. Wat de eigenaren dan vaak deden was het planten van sparren. Die werden dan na verloop van tijd gekapt en verkocht aan bijvoorbeeld de mijnen in Limburg. In tegenstelling tot beuken- en eikenhout heeft de spar de eigenschap dat het hout gaat kraken voordat het breekt. Dat was dan het signaal voor de mijnwerker om direct de mijn te verlaten vanwege instortingsgevaar.’
Noodlottig ongeval
We naderen de plek waar het buitenverblijf van de familie Taconis heeft gestaan. We kunnen de plek niet benaderen door het hoge water in de greppels. Het enige teken dat hier ooit gerecreëerd is is de vijver.


Het buitenhuis is weggehaald na een trieste gebeurtenis. Bert: ’Het bouwval heeft hier nog lange tijd gestaan, lang nadat de familie het gebied had verlaten. Jongens uit de buurt van zo’n 13-14 jaar kwamen hier vaak spelen. Toen is een van de jongens door het bouwval gezakt en overleden. Daarna is het bouwval opgeruimd.’
Natuur of cultuur
Het gebied is nu van It Fryske Gea. De vraag komt van de deelnemers of het hier nu natuurgebied is of een gecultiveerd gebied. Bert schetst het verschil met vroeger toen in bossen elke tak en omgevallen boom werden opgeruimd. Nu laten bosbeheerders het liggen. Dat verteert en doet dienst als schuilplaatsen voor beesten en groeiplaatsen voor schimmels en mossen. Maar ook de It Fryske Gea doet bij verschillende gebieden ook aan beheer, bijvoorbeeld om de heide te behouden. Doen ze dat niet dan ontstaat er uiteindelijk een bos en verdwijnt daarmee de biodiversiteit die juist nu zo belangrijk is. Heel veel van de natuur in Nederland is gecultiveerd.

We horen een specht. Bert: ‘Die maakt verschillende geluiden. Geklop om zijn territorium af te bakenen is een ritmisch, galmende klop op oud hout. De klop om eten te vergaren zoals larven is meer onregelmatig.’
We naderen het eind van de wandeling. Bert vraagt ons hoe we het mannetje herkennen van de koolmees die op dat moment goed van zich laat horen. ‘Het mannetje heeft een bredere, zwarte streep over de borst dan het vrouwtje. Zie het als een stropdas. Des te ouder het mannetje, des te breder de zwarte stropdas.’
We hebben ruim twee uur heerlijk gewandeld en genoten van de verhalen van Bert. Nu we meer weten over het Taconisbos wandelen we voortaan met andere ogen door dit gebied.

Excursies It Fryske Gea
Het Taconisbos is ook zonder gids te bewandelen. Startpunt is dan een van de twee ingangen van het Kerkepad. Halverwege begint de route door het bos, aangegeven door rode paaltjes.
Meer informatie www.itfryskegea.nl/natuurgebied/taconisbosk/
It Fryske Gea is de provinciale vereniging voor natuurbescherming in Friesland. Zij zorgen voor de bescherming, het behoud en ontwikkeling van natuur, landschap en cultureel erfgoed. Zij organiseren in heel Friesland verschillende excursies. www.itfryskegea.nl
Elke maand verschijnt in de Skoatter Doarpsnijs (dorpskrant van Nieuweschoot en Oudeschoot) Nijs út Nijskoat met nieuws, informatie, mededelingen en dergelijke. Elke maand wordt deze rubriek gemaakt door een van de inwoners van Nieuweschoot.
Nijs út Nijskoat april 2025
Nijs út Nijskoat maart 2025
Nijs út Nijskoat februari 2025
Nijs út nijskoat januari 2025
Nijs út Nijskoat december 2024
Nijs út Nijskoat november 2024
Nijs út Nyskoat oktober 2024
Nijs Út Nijskoat september 2024
Nijs út Nijskoat juni 2024
Nijs út Nijskoat mei 2024
Nijs út Nijskoat april 2024 -1-
Nijs út Nijskoat april 2024 -2-
Nijs út Nijskoat maart 2024
Nijs út Nijskoat februari 2024
Nijs út Nijskoat januari 2024
Zaterdag 15 maart 2025 gingen we schoonmaken! Team poets en team bos begonnen op deze dag met koffie en koek op twee locaties. Jong en oud verzamelden zich voor de Nl doetdag, georganiseerd door het Oranje Fonds.
Wat gingen wij doen op deze dag!? Het dorp ‘oppoetsen’ en het Taconisbosk een onderhoudsbeurt en lente-schoonmaak geven. Wat werd er gedaan in het dorp ? Genoeg natuurlijk! Schoonmaken en groene aanslag verwijderen van verkeersborden, huisnummerpaaltjes, lantaarnpalen en bloembakken.

Vele handen maakten licht werk!
In het bos zijn bramen gesnoeid, wandelpaden goed toegankelijk gemaakt, houten bankjes gerepareerd of vernieuwd, langs Kerkepad gesnoeid en de wandelpaadjes weer bladvrij gemaakt.

Het was heel leuk om te zien hoe jong en oud met elkaar samenwerkten op deze gezellige en succesvolle ochtend.
We sloten de ochtend af met soep en een broodje onder de hooikap op nr. 83 in Nieuweschoot. Hier stond de vuurkorf aan en genoten we van onze lunch met het prachtige uitzicht op de landerijen.

Het is deze dag niet gelukt om het bruggetje terug te plaatsen in het bos. Dit wordt nog een keer gedaan.
Alle vrijwilligers , bedankt voor jullie inzet!
Ben je nu ook nieuwsgierig naar het Taconisbos en het Kerkepad. Kom gerust eens kijken in het bos. Via het Kerkepad kun je bij het Taconisbos komen en aldaar de looppaden volgen.
Tijdens het broedseizoen van 15 maart tot 1 juli zijn het bos en de paden door de weilanden afgesloten.
Het bijwonen van een uitvaart is een verdrietig moment. Hendrik Althuisius doet dat een paar keer per week. Dat laat hem niet koud, maar hij probeert de emoties niet mee naar huis te nemen. Hendrik is de beheerder van begraafplaats Schoterhof in Nieuweschoot. ‘Er is hier voldoende plaats en als je uit Nieuweschoot komt, kun je -als je dat wilt en er plek is- begraven worden bij het kerkje.’
Het is een zonnige dag waardoor je nog beter ziet hoe mooi, vredig en goed onderhouden de begraafplaats is. Wandelaars blijven vaak even stilstaan als ze het Kerkepad lopen en de graven rondom het kerkje zien. Vandaag ontmoet ik Hendrik die voor de meeste inwoners onzichtbaar is en pas in beeld komt als ze een dierbare hebben verloren. In zijn werkplaats is het warm en staat de koffie klaar en vertelt hij over zijn werk en wat er allemaal bij een uitvaart komt kijken.
Hendrik beheert acht begraafplaatsen in de gemeente Heerenveen. Dat doet hij al sinds 2010. ‘Ik ben opgegroeid op een boerderij en heb jaren via AB Vakwerk gewerkt als boerenhulp bij verschillende veehouders. Daar heb ik geleerd om te gaan met mensen die iets naars hebben meegemaakt, zoals een bedrijfsongeval, ziekte of het verlies van een echtgenoot. Toen ik hoorde dat de toenmalige begraafplaatsbeheerder hulp nodig had, heb ik gesolliciteerd. Na een paar jaar heb ik de functie van hem overgenomen’.
Meer dan onderhoud
Het is een misvatting dat een begraafplaatsbeheerder alleen het terrein beheert. Hendrik legt uit: ‘De nabestaande of uitvaartverzorger neemt contact met mij op. Ik maak dan een afspraak en laat zien waar er plaats is. Ik vertel wat de regels van begraven zijn en we bekijken wanneer de begrafenis ingepland kan worden. Dat moet binnen zes werkdagen en dat is soms een gepuzzel, want ik kan maar op één begraafplaats tegelijk zijn.’
De begrafenis gebeurt volgens de regels van de Wet op de Lijkbezorging en de gemeentelijke verordening. ‘Je mag in een kist begraven worden, maar ook in lijkwade. Er zijn wel regels voor het materiaal, want de kist en de kleding moeten vergankelijk zijn en de grond mag niet verontreinigd worden.’
Uitvaartbegeleiding
Hendrik krijgt hulp bij het graven van het graf. Dat gebeurt machinaal. Daarna wordt de bekisting in het graf gezet waar een graflift op geplaatst wordt. Op de graflift wordt de kist gezet zodat deze in het graf kan dalen.’
‘Op de dag van de uitvaart wacht ik de nabestaanden en de uitvaartverzorger op bij het kerkje waar de baar voor de kist klaar staat. Ik begeleid de nabestaanden naar het graf of eerst naar het kerkje voor een afscheidsdienst. Naar wens van de familie luid ik de klok als de overledene naar het graf wordt gebracht. Daar doe ik een stapje terug en neemt de uitvaartverzorger het over. Als het nodig is, help ik de kist in het graf te laten dalen. Na afloop zorg ik dat het graf gedicht wordt.’
De grens van de begraafplaats ligt een paar meter ten zuiden van het kerkje. Het deel daar achter is van het crematorium van Dela. De oudste graven liggen bij het kerkje. Het andere deel van de begraafplaats is aangelegd begin jaren1970.
Voor een graf wordt grafrecht betaald voor 10, 20, 30, 40 of 50 jaar of voor onbepaalde tijd. Als die periode voorbij is dan worden de nabestaanden benaderd of ze het grafrecht willen verlengen. Hendrik: ‘Als het graf geruimd wordt en vrij komt voor een nieuw graf, worden de restanten verdiept begraven. Ook nadat het grafrecht is vervallen, gaan we respectvol met de overledene om.’
Wensen en keuzes
De jas gaat aan en we lopen de begraafplaats op waar Hendrik vertelt over de inrichting. Er is nog voldoende ruimte voor nieuwe graven. Eén van de velden is voor twee-diep begraven voor twee kisten, meestal van echtgenoten. Er is ook een islamitisch deel waar de graven met het aangezicht naar het oosten en dus een beetje scheef liggen ten opzichte van andere graven. Ouders van een stilgeboren of overleden kind kiezen vaak voor een graf op het gedeelte van de kindergraven.

De begraafplaats heeft ook een urnenmuur, urnengraven en een strooiveld voor as. Ook daarvoor moeten nabestaanden een afspraak maken, aldus Hendrik: ‘Ik houd ook de administratie bij van de begraafplaats. Ik moet bijvoorbeeld een crematieverklaring ontvangen, de gegevens van de overledene vastleggen, waar iemand begraven ligt, waar de urn bijgezet is en wie de rechthebbende van het graf of de urn is.’
Voor de gedenktekens op de graven gelden regels. Voor het plaatsen van een monument op een graf is een vergunning nodig van de gemeente; die wil weten wat voor materiaal er gebruikt gaat worden en wat de afmetingen zijn.

We lopen richting het kerkje. Een gemeentelijk monument. Ten westen er van ligt het strooiveld. Daar kunnen de nabestaanden de as uitstrooien. ‘De as verdwijnt geleidelijk aan in de grond door onder meer regen. Hier maaien we daarom met een machine zonder opvangbak dus dan blijft het gras met de as op het veld liggen.’

Onderhoud
Op drie begraafplaatsen, waaronder die in Nieuweschoot, doet Hendrik met zijn collega het onderhoud: maaien, schoffelen, snoeien, nieuwe aanplant. Schoterhof heeft veel groen: grote bomen, veel kleine en grote struiken. De vele krokussen piepen nu net boven de grond uit. ‘Ik zou hier wel wat meer kleur willen. Als er weer nieuwe aanplant of vervanging nodig is, geef ik suggesties voor bloeiende planten en struiken. De medewerker Voorbereiding Groen van de gemeente bepaalt uiteindelijk wat er geplant wordt.’
Emoties
Hendrik maakt allerlei situaties mee. ‘Het is niet alleen maar verdriet. Er is ook humor als nabestaanden over hun dierbare praten. Sommigen mensen komen hier elke dag, anderen bezoeken het graf een keer per jaar, maar er zijn hier ook graven die nooit meer bezocht worden.’
‘Een uitvaart komt ook altijd dicht bij jouw eigen sterfelijkheid. Je voelt de emotie en dat zet aan tot nadenken. Thuis praat ik er nog wel eens over met mijn vrouw en dan kan ik het wel loslaten. Mijn vrouw werkt ook in de uitvaartzorg, dus dan heb ik aan een half woord genoeg.’

Laatste rustplaats
Hendrik is geboren en getogen in Rotstergaast. Zijn laatste rustplaats zal -als het aan hem ligt- in een graf op de begraafplaats in zijn dorp zijn.
Hendrik gaat weer aan het werk. Vandaag, op deze zonnige dag, geen begrafenis en dus heeft hij tijd voor het groenonderhoud; zodat wij bij een bezoek even tot rust kunnen komen of kunnen gedenken. Bij leven en welzijn, zolang mogelijk te voet.
