Samen met plezier paardrijden

Samen met plezier paardrijden

Aan de rand van Nieuweschoot staat een woonboerderij met een groot stuk land er om heen. Hier wonen Isa (8) en Jolein (12) met hun broertje, zusjes, vader en moeder. En zes paarden.

‘Pony’s en een paard’, zegt moeder Mariëlle. Isa en Jolein hebben vandaag paardrijles in een hele grote rijbak achter hun huis. Isa rijdt op een kleine pony, Jolein op een grote, maar die ziet er uit als een paard. Een paard en een pony scharrelen in de buurt en twee Shetland pony’s rennen rondjes om de rijbak. 

Jolein rijdt bijna elke dag en heeft altijd zin: ‘Omdat ik het leuk vindt. Ik hou van paarden.’ Isa rijdt ongeveer drie keer in de week. Allebei gaan ze ook nog één keer in de week naar rijles in een groep met andere kinderen. In de zomervakantie gaat Jolein naar een ponykamp; om te trainen maar ook om veel plezier met elkaar te hebben. 

Jolein zit in zit in de eerste klas van het atheneum, in een speciale topsportklas. Isa zit in groep 5 van de basisschool. Jolein hockeyt ook nog twee keer per week en Isa gaat twee keer per week naar turnles.

Namen

Mariëlle vertelt dat de ze allemaal namen hebben. De paarden heten Korrado en Kei, waarbij Kei eigenlijk de grootste maat pony is. De oude pony van Jolein heet Moisset wat Frans is voor valk; de vacht heeft de kleur van deze vogel. Moisset heeft een soort van suikerziekte. Zij mag elke dag lekker luieren.
De Shetlands pony’s Abel en Odin zijn heel klein. Soms rijden de kinderen voor de lol op hun rug. 

Isa rijdt altijd op Chris. Vroeger heeft deze pony meegedaan aan crosswedstijden. Soms als hij schrikt gaat hij er heel hard vandoor. Jolein rijdt op Kei. Zij noemt hem ook wel eens liefkozende Kietje. Maar vandaag vindt ze Kei niet zo lief.

Rijles

Jolein zit heel mooi rechtop op het paard. Ze krijgen dressuurles. Dat betekent dat Kei moet leren Jolein te gehoorzamen: stappen, draven en galopperen. Jolein kijkt heel serieus en je ziet dat ze niet tevreden is. Mariëlle legt uit: ‘Voor de dressuur, maar eigenlijk ook voor springen, moet het paard zich lang maken en zijn hals strekken met de neus naar beneden, dan komt de rug iets omhoog gaan de achterbenen meer doen. Dat ziet er mooi uit, maar is ook belangrijk als het paard over hindernissen moet spingen.’

Vandaag lukt het Kei niet goed om de neus naar beneden te doen. De rijles-juf geeft Jolein instructies zodat Kei gehoorzaamt. Jolein vertelt later: ’Ik train het paard. Als het paard niet doet wat ik wil, dan ligt het aan mij. Daar moet ik er doorheen.’ En dat doet Jolein. Ze gaat gewoon door.

Wedstrijden

Isa heeft twee keer aan een dressuurwedstrijd meegedaan en werd twee keer vierde. Isa: ‘Daar was ik heel blij mee, vooral de eerste keer, want dat was de eerste keer dat ik aan een wedstrijd meedeed.’ Isa wil wel beter worden: ‘Dan moet ik wel heel hard trainen.’ 

Jolein doet ook mee aan wedstrijden: de dressuurproef wat zij vandaag oefent en springconcours waarbij het paard over hindernissen springt. Ze heeft ook meegedaan aan paardencross: de pony rent door een veld en springt over slootjes, boomstammen, heuveltjes. Jolein wil dan altijd winnen: ‘Nee, vierde vind ik niet goed. Ik wil eerste worden.’

Jolein wil het liefst heel goed worden in springconcours. Mariëlle: ‘Dat ging eigenlijk altijd goed en zonder weigeringen met dit paard maar een harde val heeft Jolein toch iets voorzichtiger doen worden wat het paard aanvoelt. Waardoor het nu wel eens een keer weigert’

Mariëlle is trots op Jolein: ‘Ze geeft niet op. Juist dan word je beter. Ze wil graag aan de Friese kampioenschappen spingen of dressuur meedoen. Ze is nog maar twaalf jaar, ze heeft tijd genoeg.’ Toch maakt haar moeder zich daar ook weleens zorgen over: ‘Het is best pittig voor Jolein; als je zo graag wilt en het lukt dan even niet zo goed.’

Opletten

Isa is ook een keer van haar pony gevallen: ‘Chris schrok en toen galoppeerde hij over mij heen. Dat deed pijn, maar ik durfde er wel weer op.’

Mariëlle is ook wel eens gewond geraakt door een paard: ‘Moisset trapte met zijn twee achterbenen tegen mijn knieën aan. Dat deed heel zeer, maar gelukkig niets gebroken. Wel bont en blauw. Paarden zijn heel snel en hebben veel kracht. Dus het is niet ongevaarlijk. Je moet altijd opletten.‘

Samen plezier 

De paardrijles van Isa is voorbij. Ze maakt het zadel en de teugels los. Chris mag nu uitrusten. Hij wordt even apart gezet en gaat lekker liggen rollen in het zand. Jolein krijgt nog even les.

En dan lukt het Jolein en buigt het hoofd van Kei naar beneden. Zijn achterbenen doen goed mee. Toch baalt Jolein als de rijles voorbij is: ‘Het ging niet zo lekker. Ze liep niet goed. Dat vind ik vervelend en ben ik een beetje boos over.’

Jolein gaat de pony afspuiten met water. Kei hinnikt. Zij vindt het water op zijn benen en rug fijn. Hij neemt ook gelijk een paar grote slokken. 

Mariëlle vertelt dat paarden heel goed mensen aanvoelen: ‘Als je boos, verdrietig of moe bent moet je niet gaan paardrijden. Dat voelen zij direct. Paardrijden is er samen plezier in hebben. Ik vertel Jolein regelmatig dat het niet alleen gaat om het halen van de hoogste punten, maar dat je er allebei plezier in moet hebben. Dan bereik je ook het meeste met een paard.’ 

Is het rijden niet zielig voor een paard? Mariëlle: ‘Als je ontspannen met het paard omgaat en hem op een juiste en afwisselende manier traint, wil een paard graag voor je werken. Dat kan je bijvoorbeeld zien aan het schuim in de mond zoals nu bij Kei. Dat betekent dat zij ontspannen is. Gespannen en gestresst rijden en hem letterlijk of met een veel te groot lichaamsgewicht in de weg zitten in het zadel, doet een paard uiteraard geen goed. Staan de oren naar achteren dan is een paard boos.’

Maar er zijn ook mensen die het paardrijden willen verbieden. Mariëlle vindt dat je een paard wel op een vriendelijke manier moet trainen. ‘Jolein wil geen sporen aan haar laarzen omdat ze denkt dat ze het paard dan pijn doet en dat vindt ze zielig. Maar ze schopt wel iets met haar benen anders weet Kei niet wat hij moet doen.’

Verzorging

Isa en Jolein helpen ook mee met de verzorging van de paarden. Isa: ‘Poep opruimen, eten geven. En Chris moet geborsteld worden voor het paardrijden. Want anders gaat het zand onder het zadel schuren en dat vindt hij niet zo fijn.’

Chillen

Het paard en de pony’s gaan elke dag naar buiten, ook in de winter, maar dan slapen ze in de stal. Zomers staan ze dag en nacht buiten. Vandaag is het warm weer. Mariëlle, Isa en Jolein brengen de paarden voor het eerst dit jaar naar de wei. Korrado is er heel blij mee. Hinnikend draaft hij rondjes door de wei. 

Isa en Jolein zijn druk met hun sportieve hobby’s, maar op de bank hangen en tv kijken vinden ze ook heel leuk. Net als paarden houden ze ook van chillen.

Samen werken aan een leefbaar dorp

Samen werken aan een leefbaar dorp

Je welkom voelen komt in het gesprek steeds weer terug. Niet alleen als bewoner in je eigen dorp, maar ook bij de gemeente. Wijkmanager Arend Toering voelt zich al welkom in Nieuweschoot. Voor Anja Boersma, nieuwe wijkmanager voor Oudeschoot gaat dat vast ook lukken.

Arend Toering is nu anderhalf jaar wijkmanager van Nieuweschoot: ‘Nieuweschoot is leuk om voor te werken. Een hechte gemeenschap. De samenwerking met Plaatselijk Belang (PB) is heel prettig, constructief. We weten elkaar makkelijk te vinden als er wat is.’ 

Anja Boersma heeft net haar eerste kennismaking gehad met Oudeschoot: ‘Ik ben vandaag door het dorp gefietst en heb gesproken met het bestuur van Plaatselijk Belang. Het is een mooi dorp om voor te werken. Er staan drie deelkasten; in Oudeschoot wordt om elkaar gedacht.’

Taken wijkmanagers

Arend legt uit wat de taak van een wijkmanager is: ‘De leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie verbeteren zoals op de website van de gemeente staat, is wel wat karig omschreven. Wij zijn het aanspreekpunt bij de gemeente Heerenveen voor bewoners, en bij de gemeente vertegenwoordigen wij de bewoners. We informeren onze collega’s en bestuurders welke behoefte, vragen en zorgen de bewoners hebben, zodat daar rekening mee kan worden gehouden.’ 

Anja vult aan: ‘Het is onze taak om signalen op te vangen als het niet of minder goed gaat. Samen met partners en bewoners bekijken we dan hoe we hier aandacht aan kunnen besteden.’

Arend geeft het voorbeeld van de overlast van boten in de Engelenvaart: ‘Dan zijn niet alleen de gemeente en bewoners betrokken, maar ook de politie, onze handhavers en de provincie die verantwoordelijk is voor water. Wij brengen alle betrokkenen met elkaar in contact.’

Sociaal

De nadruk van het werk van de wijkmanagers ligt volgens Arend nu nog te veel op de fysieke kant. ‘Het sociale aspect van ons werk staat nog in de kinderschoenen. Fysiek en sociaal grijpen ook steeds meer in elkaar. Mensen worden bijvoorbeeld steeds ouder en blijven langer thuis wonen. Daar moet dan ook de buitenruimte op worden ingericht, ook om te voorkomen dat ze vereenzamen. Ook daar willen we bewoners bij betrekken om dat op een goede manier aan te pakken.’

Anja heeft ervaring in het werken met bewoners door haar werk bij een woningcorporatie: ‘Ik was gebiedsregisseur. Ik behartigde de belangen van de huurders en zorgde voor een verbinding tussen het fysieke en de sociale kant. Dat niet alleen je huis en de buitenruimte fijn is, maar ook dat je je welkom voelt in de buurt en een goed contact hebt met je buren.’

Bewonersinitiatieven

Als bewoners ideeën voor hun dorp of wijk hebben, kunnen ze die voorleggen aan de wijkmanager. Wie denkt dat de gemeente alles dan voor bewoners regelt en oplost vergist zich. 

Anja: ‘Wij bekijken dan of dat mogelijk is. Is het bijvoorbeeld wel grond van de gemeente? We wijzen ze op de procedure, zoals waar ze een plan kunnen indienen en hoe ze aan geld kunnen komen. Als ze bijvoorbeeld een speeltuintje voor de deur willen, dan kan het zijn dat de buurvrouw daar niet blij mee is. We geven ze tips hoe ze een buurtonderzoek moeten doen.’

De gemeente laat het wel zo veel mogelijk over aan bewoners. Maar de ene bewonersgroep is de andere niet volgens Anja: ‘Niet alle bewoners zijn zelfredzaam. We bekijken steeds wat de bewoners nodig hebben.’ Arend: ‘Juist in dorpen zien we dat bewoners het liever zelf doen.’

Dat betekent niet dat alles wat bewoners willen ook kan. Arend: ‘Soms omdat er geen geld voor is; of het past niet in de planning van de gemeente. Dat is wel eens lastig. Bewoners worden gehoord, maar vóelen zich niet altijd gehoord. Het is aan ons om goed uit te leggen waarom we bepaalde dingen doen of niet doen.’ 

Arend vertelt over bewoners die een grotere speeltuin wilden: ‘Er waren genoeg speeltuinen in de buurt, dus kon het alleen gerealiseerd worden als de bewoners daarvoor zelf alles regelden. En dat is gelukt. De gemeente faciliteerde en adviseerde de bewoners, maar stelde ook eisen zoals aan de veiligheid en het onderhoud van de speeltoestellen. In dit geval hebben we afgesproken met de bewoners dat de gemeente het gras maait en de speeltoestellen keurt.’ 

Participatie

Groot onderhoud biedt soms de mogelijkheid om een straat samen met bewoners mooier te maken. Arend: ‘Zo is voor een gebied samen met bewoners een ontwerpplan voor de inrichting gemaakt. We geven dan alleen de randvoorwaarden, zodat er achteraf geen teleurstellingen zijn omdat iets niet kan door bijvoorbeeld regelgeving of te hoge kosten.’

Het gaat ook wel eens mis in de communicatie. Arend: ‘Ja, dan is het onderhoud al bijna uitgevoerd en kom ik er achter dat bewoners niet betrokken of geïnformeerd zijn.’ Anja: ‘Je zou eigenlijk overbodig willen worden. Dat bewoners direct de juiste persoon bij de gemeente vinden en dat de gemeentemedewerkers automatisch aan bewoners denken.’

Arend vult aan: ‘Die rol vervullen wij ook, om collega’s te adviseren over de participatie van bewoners. Wij kennen de wijk, buurt of dorp, dus weten wat er speelt. Daar pas je je participatie op aan. Zo kan de projectleider of bestuurder uiteindelijk een beter besluit nemen.’

Arend bekent dat er nog wel wat te verbeteren is in de informatieverstrekking van de gemeente aan bewoners. Arend noemt als voorbeeld dat de gemeente beter inzichtelijk kan maken welke plannen zij hebben voor de toekomst, met een vertaalslag van de gemeentebrede plannen naar het dorp. Denk aan klimaat en biodiversiteit. ‘Want die plannen hebben gewoon gevolgen voor bewoners.’

Bewonerscontact

Anja en Arend onderhouden nauw contact met het Plaatselijk Belang van het dorp. ‘Dat kan per telefoon of met een mailtje’, aldus Arend,‘maar we gaan ook naar bestuursvergaderingen.’

Anja uit haar bewondering voor al die bewoners die zich inzetten voor de leefbaarheid van hun dorp: ‘Er wordt veel gevraagd van de bestuursleden van PB. Ze doen het vrijwillig, moeten er tijd voor vrijmaken, verbinden zich voor langere tijd.’ 

Arend: ‘Ik zie wel verschillen tussen dorpen en wijken. Het gevoel van eigenaarschap is veel sterker in een dorp. Dorpsbewoners willen graag zelf bijdragen aan de oplossing, en vragen ons hoe we kunnen samenwerken. In wijken is wat vaker de houding: gemeente los het maar op.’

Anja en Arend drukken de bewoners op het hart om hen te benaderen bij zorgen of goede ideeën. Dat kan natuurlijk via de PB, maar mag ook rechtstreeks per mail of telefoon.

Fixi

De wijkmanagers zijn er niet voor de losse stoeptegel. Die zaken kunnen bewoners sneller regelen door een melding te doen op de website van de gemeente of met de app Fixi. Anja: ‘We zijn ook geen opbouwwerkers of hulpverleners. Daarvoor zijn andere organisaties. Maar als het nodig is brengen we ze met elkaar in contact.’ 

Buitengelukplek

Over de vraag naar hun favoriete buitenplek moeten de wijkmanagers even nadenken, want er zijn er meer dus kiezen is moeilijk. Anja: ‘De speeltuin in de uitvindersbuurt met de houten speeltoestellen op een leuke, groene plek tussen de woningen. En de Schoterlandseweg met het huis De Drie Pilaren en aan het eind het Skoattertsjerke met mooie ruiten.’

Arend vindt de gemeente Heerenveen in z’n geheel bijzonder: ’De diversiteit van het landschap. In het noorden veengrond, wijds, water en vlak; in het oosten een bosgebied met zandgrond. En aan het eind van de Rotstergaastweg in Nieuweschoot heb je een heel mooi doorkijkje over de plas. De rust die je daar ervaart!’

Contactgegevens

Wijkmanager Nieuweschoot | Arend Toering | a.toering@heerenveen.nl | 06 4845 77 20

Wijkmanager Oudeschoot | Anja Boersma | a.boersma@heerenveen.nl | 06 4846 98 06

Schoon, heel en veilig 

Als in het dorp iets kapot of vuil is, niet werkt of overlast geeft, kun je een melding doen bij de gemeente op www.fixi.nl of in de app Fixi. 

 

De Heide bij Nieuweschoot voor meer dan een wandeling

De Heide bij Nieuweschoot voor meer dan een wandeling

Op een dag dat de heftige regenbuien en de stralende zon elkaar afwisselen, staan Helma van Sluis en Johan Feijen van de gemeente Heerenveen klaar om ons mee te nemen door de Heide. Veel veranderingen die dit recreatie- en natuurgebied ondergaat zijn goed zichtbaar; sommige niet en vaak weten bezoekers weinig over de flora en fauna. Helma en Johan laten ons in het vervolg met een andere blik kijken naar De Heide.

Je komt er voor een wandeling of hardlooprondje, om te picknicken, te spelen, vissen, varen, de hond uit te laten en bij koud of warm weer voor een zwemrondje. Op mooie zomerdagen ligt het strandje en de weide vol met zonaanbidders. Voor elk wat wils. Anja, specialist groen en spelen: ‘Dat is onze bedoeling. Bij de aanpak van De Heide houden we rekening met elke bezoeker. De borden aan het begin van het gebied, laten dat al zien.’

Natuurlijke sfeer

In de werkschuur van de gemeente vlakbij de speelplek schuilen we voor de regen. Anja vertelt wat de aanleiding voor de aanpak van De Heide was. De gemeente kreeg subsidie uit de pot Regiodeal Zuid Oost Friesland voor verbetering van De Heide. Zij zagen dat als een kans om tegelijk groot onderhoud uit te voeren. In een enquête kozen de meeste bezoekers voor de sfeer Lazy Nature. Anja: ‘Een natuurlijke uitstraling, met recreatieve voorzieningen die daarbij passen, zoals de nieuwe speeltoestellen van hout in plaats van metaal. Ook de hangmatten passen bij deze sfeer.’

Johan is een van de vakmensen wijkbeheer die vaak in het gebied werken: ’Oorspronkelijk was dit een groengebied. Door zandwinning voor woningbouw en wegen is rond 1985 de huidige plas ontstaan.’

Toegankelijkheid

Het druppelt nog wat na en met paraplu open lopen we over de speelplek richting de plas. Johan wijst naar medewerkers van de gemeente die het pad tussen de speelplek en het strand renoveren: ‘We maken het weer mooi vlak. Zo kunnen ook mensen in een rolstoel er gemakkelijk overheen. We hebben onlangs ook een betonnen pad aangelegd dat naar het water loopt. Voor iedereen fijn die niet zo goed ter been is maar wel willen zwemmen.’

Biodiversiteit

Onlangs zijn verspreid over het gebied extra bomen geplant. Johan somt op: ‘Kastanje, vlier, populier, iep, beuk en berk.’ Bij het strandje en de speelplek geven deze bomen straks extra schaduw, wat volgens Anja en Johan belangrijk is nu we vaker hete zomerdagen hebben. Anja: ’Verschillende soorten om daarmee de biodiversiteit te verbeteren. Er is onlangs een kastanjeboom geplant. Deze boom is gevoelig voor de kastanjeziekte waardoor die minder vaak geplant wordt. Maar als je die boom een kans geeft, breng je variatie aan en meer variatie trekt meerdere, natuurlijke vijanden aan zoals insecten en vogels. Daarmee voorkom je juist ziektes. En als die ene kastanje dan toch ziek wordt, kan die andere kastanjebomen niet aansteken.’ Ze wijst naar de net aangeplante berk: ‘Dat is toch mooi. Die witte stam steekt daar heel erg mooi uit tegen de achtergrond.’

We staan stil bij een gekapte populier, een enorm exemplaar. Anja vertelt dat er niet voldoende ruimte is om hier een nieuwe te planten: ‘Te donker voor nieuwe aanplant, maar als we dat wel zouden doen dan wordt het geen populier want die staan hier al genoeg.’

Maaibeleid

We lopen langs het graasgebied van de dexter-runderen. Al jaren hun vaste verblijfsplaats, ook in de winter. Net als de schaapskudde houden zij het gras kort. Door hun eetgedrag ontstaat een gevarieerd landschap. Johan: ‘Wij gaan ook af en toe met de bosmaaier door het gebied. Bij de speelplek en de zonneweide houden we het gras kort. Op andere plekken als het nodig is en waar de schaapskudde niet kan komen. Maar niet op alle plekken.’ Anja vult aan: ‘Bloeiende bermen maaien we vaak niet, maar soms wel. Dan haal je de bloei er af om juist het groeien en bloeien te bevorderen. Dat is wel eens lastig uit te leggen aan bewoners die van boeiende bermen houden.’

Milieu

Ook in de grond van De Heide zit te veel stikstof. Dat is te zien aan de hoeveelheid brandnetels, de ooievaarsbek en braamstruiken. Die gedijen hierbij, woekeren en kunnen andere beplanting verdringen. Johan laat zien waar nu braamstruiken worden verwijderd en andere beplanting komt. ‘Als we niets doen hebben we straks een Heide met alleen braamstruiken. Er komen nieuwe planten en struiken zoals de krent, vlier en liguster.’

We lopen verder aan de westkant van de plas. De gemeente heeft onlangs een houten vlonder aangelegd met een trappetje met leuningen. Johan: ‘Gemakkelijk, vooral voor oudere mensen om het water in en uit te stappen.’

De natuur gaat zijn gang

Tegenover de houten vlonder aan de rand van een sloot wijst Johan de gagel aan, een plant die waarschijnlijk letterlijk is komen aanwaaien: ‘Deze plant is hier spontaan gegroeid.’ We ruiken aan de knoppen die een zure, kruidige geur hebben.

En zo ontwikkelt de natuur zich ook zelf. Johan: ‘Het visbestand in de plas ontstaat doordat het in verbinding staat met de Engelenvaart, maar ook door uitwerpselen van vogels waar viseitjes in kunnen zitten.’

Vissers vangen hier regelmatig een karper; en we hebben ze niet waargenomen, maar bekend is dat in de buurt van de plas kikkers, modderkruipers, padden en salamanders voorkomen.

Snoeien met beleid

Het moerasgedeelte was er altijd al en dat wil de gemeente zo houden. Johan: ‘Herstellen betekent behouden.’ Anja: ‘In het najaar worden de bruggetjes hersteld en paden verbeterd.’ Johan: ‘En groenonderhoud. Op de eilandjes is het nu te donker door planten die overwoekeren. Dan is veel snoeiwerk nodig, maar met beleid. Zo houden we rekening met vogeltjes die op lage takken bij het water turen naar voedsel.’

Natuurlijke compost

Johan is verrast dat een van de bomen is omgevallen. Dat is dan die nacht gebeurd. De boom wordt niet verwijderd, maar alleen op veiligheid aangepast. ‘De boomstam gaat rotten. Daar komen insecten op af, voer voor de vogels.’

Groenafval van bomen en struiken zoals blad en takken is natuurlijk mest, aldus Anja: ‘Bokashi,  gefermenteerd afval. Net als het groenafval van huishoudens wat gecomposteerd wordt en gebruikt voor de bemesting van de plantsoenen.’

We lopen het bruggetje over en zien twee paden naast elkaar lopen. Tussen de beplanting zie je het fietspad langs de Engelenvaart. Anja: ‘Het middenpad gaat er uit en wordt met beplanting aangesloten op het bos richting het fietspad.’ Foto paden

Hondvriendelijk

Verspreid over de Heide zijn nieuwe bankjes en picknickbanken geplaatst. Bij een bankje met een betonnen plaat er onder is door een hond een behoorlijk gat gegraven. Anja: ’Jammer. Die plaat is om het onderhoud makkelijker te maken.’ Johan maakt een notitie in zijn hoofd om binnenkort herstelwerk te doen om te voorkomen dat het bankje verzakt.

Op vraag van de hondenbazen zijn er vier hondenstrandjes gekomen. Bij het grote zwemstrand zijn honden niet welkom, net als bij de speelplek. Zij mogen alleen aangelijnd over het pad er tussen.

Anja: ‘Ook dat is op verzoek van bewoners, om honden op het strand te verbieden. De hondenstrandjes en de losloopdelen is omdat de hond hier welkom is. Maar ook dan moet de baas de hond onder controle houden.’

Aan het begin van het fietspad verrijst een takkenril, een natuurlijk hek van snoeiafval. Johan: ‘Daarnaast komt de hondenspeelplaats met autobanden, poortjes. De takkenril voorkomt dat honden het fietspad oprennen. En het is een schuilgelegenheid voor onder andere vogels, insecten en hagedisjes.’ En misschien wel de ringslang die menig hond in de neus heeft gebeten.

Vogels

Met de rug naar de toekomstige hondenspeelplaats kijken we uit over het water naar het veld van de runderen. Een grote groep ganzen met hun kleintjes zijn daar neergestreken. Johan: ‘Nijlganzen en blauwe ganzen. Die trekken meestal wel verder en als ze blijven is dat prima, maar ze moeten niet de overhand krijgen want daardoor verdwijnen andere vogels.’

Als je ze niet kunt herkennen, dan kun je ze zeker horen in De Heide: de tjiftjaf, roodborst en merel. Maar ook de boomklever, bonte specht en koolmees voelen zich er thuis, vooral door de oudere bomen waarin ze holtes vinden en maken. Roofvogels zoals de buizerd, sperwer en ransuil zijn er ook wel gespot.

We komen aan bij de parkeerplaats die nog wordt opgeknapt; nieuwe bestrating en parkeervakken van grasbetontegels zodat het groen er tussendoor kan groeien en het regenwater snel de bodem instroomt. Dat bij de verbetering van het gebied ook rekening wordt gehouden met minder mobiele inwoners is onder meer straks te zien aan de nieuwe mindervalide parkeerplaatsen.

Buitengeluk

Onderzoek wijst uit dat de natuur goed is voor de gezondheid van mensen. Groen geeft zuurstof voor het lichaam en rust voor de geest. Johan: ‘Elke keer als ik hier kom voor het werk, geniet ik. Bosrijke gebieden, met niets en niemand om je heen en alleen het geluid van de vogels. Heerlijk!’

Anja: ‘Ga eens met je kinderen op zoek naar paardenbloemen, fluitenkruid, boterbloemen, madeliefjes, geraniums. Ontdek wat er allemaal te vinden is, hoeveel soorten planten ze kunnen vinden. De Heide heeft veel meer te bieden dan alleen een relaxte wandeling voor volwassenen.’

Meer informatie

Ontwikkeling De Heide

Kleurrijke gastvrijheid in Nieuweschoot naar Oranjewoud

Kleurrijke gastvrijheid in Nieuweschoot naar Oranjewoud

Als je aan een ronde tafels gaat zitten, in de zithoek of op het terras, dan zie je als je goed kijkt dat de tafel een kleur heeft. Dat lijkt onbelangrijk, maar het is het begin van een gastvrije bediening door de medewerkers van Brasserie Heidewoud. De verhuizing van Nieuweschoot naar Oranjewoud was even wennen, maar na wat aanpassingen voelen de medewerkers zich er thuis. En de gasten ook!

Tekst: Tanja de Graaf

Met de fiets het tunneltje bij het Fluwelenlaantje onderdoor en je ziet de nieuwe locatie van Alliade: de werkplek voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Op maandagmorgen is de brasserie gesloten; een goed moment om kennis te maken.

De nieuwe brasserie is een gezellige, lichte ruimte met houten muren en een hoog plafond. Blauwe tinten kleuren de inrichting. In het gebouw van de brasserie zijn ook de werkruimte voor lichte industrie en het keramiekatelier. De kapschuur er naast is voor de buitenmedewerkers van het groenonderhoud en de dierenverzorging. 

Aan de tuin wordt nog hard gewerkt, maar bij mooi weer kun je al op het terras van de brasserie zitten om te genieten van het menu van de dag.

Wennen

Brasserie De Stal in Nieuweschoot sloot definitief de deuren op 1 december vorig jaar. Begeleider Diana: ‘De verhuizing hebben we samen gedaan. Alle spullen in- en uitgepakt, de ruimtes ingericht. Daarna zijn we gaan oefenen met bedienen, koken, schoonmaken en opruimen.’

Bij de opening eind januari hadden de medewerkers zich de meeste nieuwe dingen eigen gemaakt. Diana: ‘Routine is voor hen belangrijk. Dat zit ‘m ook in de kleine dingen die voor veel mensen vanzelfsprekend zijn. In De Stal waren de tafels vierkant, hier zijn ze rond. Hoe maak je die schoon? Dat is niet meer van links naar rechts en van boven naar beneden zoals ze gewend waren.’ 

Zelfredzaamheid met hulp

Diana is één van de begeleiders die de horecamedewerkers ondersteunen. ‘Ze doen alles zelf, maar als er iets gebeurt wat ze niet gewend zijn, zijn wij er om te helpen. Bijvoorbeeld als de klant geen ei op het broodje gezond wil of het koffieapparaat niet goed werkt.’

De brasserie in Oranjewoud was gelijk een succes, maar voor de medewerkers werd het te druk. Durkje vertelt dat ze veel stress had en dat ze het heel moeilijk vond. Zij hebben daarom wat dingen veranderd, zoals het bestek in bakjes al op de tafels en een kleinere menukaart met elke dag een eigen menu.

Medewerker Diana (klopt haar naam? zij zat naast mij) somt de dagmenu’s op. Er is elke dag soep en op maandag staat het broodje van de maand op het menu. Dinsdag kunnen de gasten een tosti bestellen en op woensdag het 12 uurtje met een frituursnack. Op donderdag staat er taart op de kaart en vrijdag is de snackdag.

Plaatjes en kleuren

De meeste medewerkers kunnen lezen en schrijven, maar tellen en alles overzien, is vaak moeilijk. Daarom werken ze met plaatjes en kleuren. Ruben die vandaag hoofdober is, laat de dagmappen zien. Elk dag heeft een eigen kleur. Zo is de bestelmap van de maandag rood en die van dinsdag geel. Daarin staat het menu van de dag. Elke gerecht en drankje heeft een plaatje. De bestelling van de gast wordt aangekruist bij het plaatje. 

Elke tafel heeft ook een kleur. Freddie laat zien dat als de tafel de kleur geel heeft, hij het gele vakje in de map aankruist. Die tafelkleur is belangrijk tot en met het afrekenen; het staat op bestelbonnetje voor de keuken, zodat de obers weten naar welke tafel de bestelling moet. Op de kassa zien de medewerkers welke kleur knop ze moeten indrukken voor de betaling.

Taakverdeling

Elke dag begint het team met een vergadering. Met ongeveer met tien medewerkers zitten ze aan een lange, houten tafel met een kopje koffie of thee om de dag te bespreken. Wie doet wat? Welk dagmenu is er vandaag? De meeste medewerkers hebben vaste taken, zoals hoofdober Mark die de gasten bedient aan de tafels. 

Diana: ‘De medewerkers doen het werk dat ze kunnen, maar ook leuk vinden. Zo vinden Ilse, Amber, Daan en Bonnie het werken in de keuken het leukst.’ Diana vertelt trots over kok Ilse: ‘Vandaag was de soep al klaar toen ik binnenkwam, terwijl ze eerst niet wist hoe dat moest.’

Ze doen alles zelf dus ook de vaat, schoonmaken en de was. Kok Daan is vandaag ook de wasman en Ruben brengt straks de koffiekar naar de medewerkers van de kleine industrie.

Leren en ontwikkelen

‘Herhalen, duidelijk zijn. Ze hebben veel sturing nodig’, aldus Diana, ‘maar we zijn gelijkwaardige collega’s. Ieder doet wat hij of zij kan. Mijn taak is hen te ondersteunen. We waarderen iedereen voor hun vaardigheden en inzet. Ik leer ook van hen. Snappen ze mij niet en ik vraag hoe zou jij het doen, nou dan doen we het zo.’

‘We zijn een dagbestedingsvoorziening, maar we willen ze wel wat leren, vooruit helpen, zelfstandiger worden. Daar horen ook zaken bij als het leren samenwerken, communiceren, hoe je elkaar kunt helpen en om hulp te vragen.’ 

Steeds weer wordt bekeken of ze nog op hun plek zitten hier. Durkje werkt hier al 20 jaar. Diana: ‘Regelmatig vragen we, ‘doe je je werk nog met plezier?’. Kan iemand zich nog verder ontwikkelen? Dat kan ook naar een reguliere baan zijn.’

Een grote wens van Diana is dat er meer werkgevers zijn die deze mensen in dienst te nemen. ‘Daar moet je wel tijd in steken, want er moet altijd iemand zijn als er problemen zijn. Dat kunnen ook problemen zijn buiten het werk.’

Diana vertelt hoe mooi die integratie in de brasserie gaat. ‘Gasten zijn wel verbaasd over wat ze kunnen, hoe vriendelijk ze zijn en over hoe goed het eten is. Dat is voor ons logisch: het eten moet lekker en vers zijn en op het bord er mooi uitzien. En natuurlijk dat ze het helemaal zelf kunnen maken, zonder hulp. Zo krijgen de gasten een ander beeld van deze doelgroep. Dat is goed voor de integratie. Het is een prachtige ploeg. Kom maar kijken!’

Meer informatie

Open van maandag van 12.00 – 16.00 uur en dinsdag t/m vrijdag van 09.00 – 16.00 uur

Van Bienemalaan 3, Oranjewoud | 088 244 42 00 | www.alliade.nl/locaties/730/heidewoud 

Dit artikel is gepubliceerd in de Skaotter Doarpsnijs van mei 2024

Een pareltje om de hoek van Nieuweschoot

Een pareltje om de hoek van Nieuweschoot

Ze hadden geen plannen om een camping te beginnen. Ze kochten een huis in Rotstergaast met een groot stuk land er achter. Arjan: ‘We vroegen ons wel af wat we met dat land gingen doen, iets agrarisch mocht niet. Het was laag en erg nat en er stond een pony die tot haar dood moest blijven.’ Sylvia: ‘In Coronatijd kwamen twee fietsers voorbij die nergens meer terecht konden, ze vroegen of ze hier mochten overnachten. En zo is het camping-idee ontstaan.’

Nu zijn de campingeigenaren Arjan en Sylvia drie jaar verder. Er is veel werk verricht om er een minicamping van te maken met 15 kampeerplekken met elektriciteit en een buitenkacheltje, sanitairgebouw, een luxe trekhut en één in aanbouw, een volledig ingerichte 6-persoons safaritent, logeerplek Het Voorhuis en een gezellige, overdekte verblijfsruimte. Arjan: ‘Het land lag heel laag en liep van achter naar onze woning af. We hebben een vijver en sloten om het weiland gegraven. Die zijn aangesloten op de Tjonger.’

Pareltje

Sylvia: ‘Eerst zat er een peer in de naam. Die had voor ons waarde. Veel gasten noemden het een pareltje. Eén gast zei peareltsje; zo blijf je een peer horen en is het een parel op zijn Frysk.’

De blikvanger is de vijver in het midden. Rondom ruist het riet, komen perenbomen in bloei en liggen de kampeerplaatsen. In de buurt scharrelen de huiskippen, grazen schapen en koeien en buurten zo af en toe nieuwsgierige eenden, hazen en egels. Sylvia: ‘’s Avonds is het hier pikkedonker en bij helder weer hebben we een prachtige sterrenhemel.’

Kamperen om de hoek

Sylvia vertelt dat er ook gasten uit nabijgelegen steden en dorpen komen kamperen: ‘Om even uit de stad te zijn voor het groen en de rust. We hebben straks twee maanden mensen uit Joure. Of er komen mensen die al zin hebben in de vakantie in Frankrijk en komen hier een weekje staan. Ze kunnen dan gewoon nog naar het werk.’

In de buurt

Voor natuurliefhebbers, maar ook voor ouders met kinderen is de camping een goede uitvalsbasis. De camping ligt aan een fietsknoopppuntenroute, voor wandelaars is het natuurgebied Easterskar op loopafstand en even verderop aan dezelfde weg als de camping ligt speelboerderij Boer Bart met restaurant en winkel. Met de fiets ben je snel in Heerenveen en Joure; met getrainde fietsbenen is Sneek goed te doen.

Sylvia laat zien dat je de camping niet af hoeft voor gezelligheid. In een verblijfsruimte met een barretje, zithoek, boeken, speelgoed en spelletjes kun je ook een ijsje, kop koffie of iets uit eigen moestuin krijgen.

Meer informatie

Arjan en Sylvia organiseren ook activiteiten, zoals een workshop buitenkoken. Nog een goede reden voor bewoners uit de buurt om een nachtje of meer te boeken op deze camping.

De camping is open van 1 april tot eind oktober. www.minicampingitpeareltsje.nl

Dit artikel is gepubliceerd in de Skoatter Doarpsnijs van aprils 2024

Nieuwe verblijfplaatsen in Nieuweschoot

Nieuwe verblijfplaatsen in Nieuweschoot

De activiteitencommissie biodiversiteit Nieuweschoot heeft twee insectenhotels geplaatst aan de Rotstergaastweg. Helemaal zelf gemaakt en grotendeels gevuld met restmateriaal.

Insectenhotels zijn nestel- en overwinterplaatsen voor allerlei insecten. Die beestjes zijn belangrijk omdat ze bloemen bestuiven en ongedierte zoals luizen bestrijden. En het is voer voor de vogels.

Hoe meer verschillende insecten en vogels (en ook planten, bloemen en bomen) hoe beter de biodiversiteit. En hoe beter de biodiversiteit, hoe beter we ziektes van planten en bomen voorkomen of beestjes verdwijnen.

Zelf maken

Je kunt ook zelf een insectenhotel maken voor je eigen tuin. Hartstikke leuk en leerzaam om dat samen met kinderen te doen!

Verzamel takken, stammen, bakstenen, dennenappels, schors, hooi en dergelijke. Even bewerken met een boor en zaag en vullen maar. Gaas voorkomt dat bijvoorbeeld eekhoorns er mee vandoor gaan. Meer informatie op de website van Natuurmonumenten

Dit artikel is gepubliceerd in Skoatter Doarpsnijs van april 2024