Tekst: Tanja de Graaf
Met de fiets het tunneltje bij het Fluwelenlaantje onderdoor en je ziet de nieuwe locatie van Alliade: de werkplek voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Op maandagmorgen is de brasserie gesloten; een goed moment om kennis te maken.
De nieuwe brasserie is een gezellige, lichte ruimte met houten muren en een hoog plafond. Blauwe tinten kleuren de inrichting. In het gebouw van de brasserie zijn ook de werkruimte voor lichte industrie en het keramiekatelier. De kapschuur er naast is voor de buitenmedewerkers van het groenonderhoud en de dierenverzorging.
Aan de tuin wordt nog hard gewerkt, maar bij mooi weer kun je al op het terras van de brasserie zitten om te genieten van het menu van de dag.
Wennen
Brasserie De Stal in Nieuweschoot sloot definitief de deuren op 1 december vorig jaar. Begeleider Diana: ‘De verhuizing hebben we samen gedaan. Alle spullen in- en uitgepakt, de ruimtes ingericht. Daarna zijn we gaan oefenen met bedienen, koken, schoonmaken en opruimen.’
Bij de opening eind januari hadden de medewerkers zich de meeste nieuwe dingen eigen gemaakt. Diana: ‘Routine is voor hen belangrijk. Dat zit ‘m ook in de kleine dingen die voor veel mensen vanzelfsprekend zijn. In De Stal waren de tafels vierkant, hier zijn ze rond. Hoe maak je die schoon? Dat is niet meer van links naar rechts en van boven naar beneden zoals ze gewend waren.’
Zelfredzaamheid met hulp
Diana is één van de begeleiders die de horecamedewerkers ondersteunen. ‘Ze doen alles zelf, maar als er iets gebeurt wat ze niet gewend zijn, zijn wij er om te helpen. Bijvoorbeeld als de klant geen ei op het broodje gezond wil of het koffieapparaat niet goed werkt.’
De brasserie in Oranjewoud was gelijk een succes, maar voor de medewerkers werd het te druk. Durkje vertelt dat ze veel stress had en dat ze het heel moeilijk vond. Zij hebben daarom wat dingen veranderd, zoals het bestek in bakjes al op de tafels en een kleinere menukaart met elke dag een eigen menu.
Medewerker Diana (klopt haar naam? zij zat naast mij) somt de dagmenu’s op. Er is elke dag soep en op maandag staat het broodje van de maand op het menu. Dinsdag kunnen de gasten een tosti bestellen en op woensdag het 12 uurtje met een frituursnack. Op donderdag staat er taart op de kaart en vrijdag is de snackdag.
Plaatjes en kleuren
De meeste medewerkers kunnen lezen en schrijven, maar tellen en alles overzien, is vaak moeilijk. Daarom werken ze met plaatjes en kleuren. Ruben die vandaag hoofdober is, laat de dagmappen zien. Elk dag heeft een eigen kleur. Zo is de bestelmap van de maandag rood en die van dinsdag geel. Daarin staat het menu van de dag. Elke gerecht en drankje heeft een plaatje. De bestelling van de gast wordt aangekruist bij het plaatje.
Elke tafel heeft ook een kleur. Freddie laat zien dat als de tafel de kleur geel heeft, hij het gele vakje in de map aankruist. Die tafelkleur is belangrijk tot en met het afrekenen; het staat op bestelbonnetje voor de keuken, zodat de obers weten naar welke tafel de bestelling moet. Op de kassa zien de medewerkers welke kleur knop ze moeten indrukken voor de betaling.
Taakverdeling
Elke dag begint het team met een vergadering. Met ongeveer met tien medewerkers zitten ze aan een lange, houten tafel met een kopje koffie of thee om de dag te bespreken. Wie doet wat? Welk dagmenu is er vandaag? De meeste medewerkers hebben vaste taken, zoals hoofdober Mark die de gasten bedient aan de tafels.
Diana: ‘De medewerkers doen het werk dat ze kunnen, maar ook leuk vinden. Zo vinden Ilse, Amber, Daan en Bonnie het werken in de keuken het leukst.’ Diana vertelt trots over kok Ilse: ‘Vandaag was de soep al klaar toen ik binnenkwam, terwijl ze eerst niet wist hoe dat moest.’
Ze doen alles zelf dus ook de vaat, schoonmaken en de was. Kok Daan is vandaag ook de wasman en Ruben brengt straks de koffiekar naar de medewerkers van de kleine industrie.
Leren en ontwikkelen
‘Herhalen, duidelijk zijn. Ze hebben veel sturing nodig’, aldus Diana, ‘maar we zijn gelijkwaardige collega’s. Ieder doet wat hij of zij kan. Mijn taak is hen te ondersteunen. We waarderen iedereen voor hun vaardigheden en inzet. Ik leer ook van hen. Snappen ze mij niet en ik vraag hoe zou jij het doen, nou dan doen we het zo.’
‘We zijn een dagbestedingsvoorziening, maar we willen ze wel wat leren, vooruit helpen, zelfstandiger worden. Daar horen ook zaken bij als het leren samenwerken, communiceren, hoe je elkaar kunt helpen en om hulp te vragen.’
Steeds weer wordt bekeken of ze nog op hun plek zitten hier. Durkje werkt hier al 20 jaar. Diana: ‘Regelmatig vragen we, ‘doe je je werk nog met plezier?’. Kan iemand zich nog verder ontwikkelen? Dat kan ook naar een reguliere baan zijn.’
Een grote wens van Diana is dat er meer werkgevers zijn die deze mensen in dienst te nemen. ‘Daar moet je wel tijd in steken, want er moet altijd iemand zijn als er problemen zijn. Dat kunnen ook problemen zijn buiten het werk.’
Diana vertelt hoe mooi die integratie in de brasserie gaat. ‘Gasten zijn wel verbaasd over wat ze kunnen, hoe vriendelijk ze zijn en over hoe goed het eten is. Dat is voor ons logisch: het eten moet lekker en vers zijn en op het bord er mooi uitzien. En natuurlijk dat ze het helemaal zelf kunnen maken, zonder hulp. Zo krijgen de gasten een ander beeld van deze doelgroep. Dat is goed voor de integratie. Het is een prachtige ploeg. Kom maar kijken!’
Meer informatie
Open van maandag van 12.00 – 16.00 uur en dinsdag t/m vrijdag van 09.00 – 16.00 uur
Van Bienemalaan 3, Oranjewoud | 088 244 42 00 | www.alliade.nl/locaties/730/heidewoud
Dit artikel is gepubliceerd in de Skaotter Doarpsnijs van mei 2024