Op een koude, winderig dag ontmoet ik Richard de Ree bij wandelknooppunt 61. Hij is opzichter bij It Fryske Gea en neemt mij mee langs de rietvelden, waterplassen, door moerasgebieden en graslanden in Easterskar. 565 hectare van dit natuurgebied is in beheer van de vereniging. We lopen een deel van het wandelpad door het zuid-oostelijke deel.
Richard: ‘Ik zorg dat de werkzaamheden hier uitgevoerd worden. Zoals het onderhoud van bankjes, hekken en wandelpaden en het groenbeheer.’
Rietfilter
Wat direct opvalt -en ook goed te horen is door de wind- zijn de rietvelden langs het water. ‘Een deel van het riet wordt gemaaid zodat het gebied een open karakter houdt. Wat blijft staan is ter bescherming van de dieren. Die kunnen zich er tussen verschuilen.’
‘Het riet wordt gemaaid door een riethandelaar. We verpachten de rietpercelen, net als het gebruik van een deel van de weilanden. De weilanden worden met name door boeren gepacht zodat ze het graasgebied van hun vee kunnen uitbreiden; uiteraard op een dusdanige manier die past die past in de natuurdoelstelling van de vereniging.’
Waterbeheer
Richard vertelt dat gefaseerd rietmaaien ook nodig is voor het waterbeheer. ‘Dit gebied heeft tot twee jaar geleden gefunctioneerd als een helofytenfilter. Riet filtert het water; slib en dergelijke worden ingevangen. Nu halen we een deel van het riet weg om bebossing te voorkomen waardoor uiteindelijk al het riet verdwijnt. Nu blijft het rietfilter in stand en komt er ook ruimte in de plas vrij voor watervogels zoals de roerdomp, de wintertaling en de waterhoen.’
It Fryske Gea werkt nauw samen met het Wetterskip Fryslân. Richard wijst naar een watergang: ‘We hebben door de weilanden een slufter gegraven. Die brengt het water vanaf de Tsjonger naar dit natuurgebied. En vanaf hier stroomt het water door naar onder andere het meer Nannewiid. Dat water voorkomt verdroging van dit gebied en van het meer. Het Waterschap heeft later een sloot om het rietperceel gegraven, zodat het water ook onafhankelijk van het rietfilter kan worden gestuurd.’
Het is verstandig om kaplaarzen of waterdichte schoenen aan te trekken voordat je hier gaat wandelen. Richard: ‘Dit is een laagveenmoeras; van nature een nat gebied. De regen van de afgelopen maanden is gunstig, maar dat lost de gevolgen van de droogte van de afgelopen zeven jaar nog niet op. Droge grond verzuurt en dat is nadelig voor de planten en dieren hier. Waar eerst de pinksterbloem nog elk jaar opkwam, is die door verdroging van een deel van het veen verdwenen. We zagen ook aan de rand van het gebied verzakkingen van de grond, waardoor het water er over heen liep. Waterschap heeft die kades inmiddels opgehoogd.’
Natuurbeheer
‘Moeras mag maximaal 30% hout bevatten’, aldus Richard. ‘Als het nodig of wenselijk is dan halen we het overtollige hout er uit. Anders krijg je een andere situatie en verdwijnen de moeras gerelateerde soorten zoals de lisdodde, de zwarte zegge en de gele lis.’
‘Wij zijn natuurbeheerders. Als we niets doen en de natuur zijn gang laten gaan, dan zouden de sterke plantensoorten dominant worden. De pitrus is zo’n plant. Die heeft weinig voedingsstoffen nodig om te gedijen en verdringt daardoor andere planten.’
Richard vertelt over het schrale grasland dat weinig voedingswaarde heeft en niet zo geschikt is voor de melkkoe is, maar wel voor de groei van de heide. ‘Vroeger maaiden we tot ongeveer eind oktober. Nu groeit het door de warme winters vaak door tot in december. De koeien nemen een deel van de maaiwerkzaamheden over. Het mooie is dat koeien de tong om het gras heen leggen. Daardoor blijven plukjes gras staan. Zouden ze het helemaal weggrazen zoals schapen doen, dan kunnen er ook geen weidebloemetjes groeien. En daar komen vlinders op af zoals het bruin zandoogje en de argusvlinder.’
Plassen en sloten
We staan stil bij de vele sloten die door het gebied lopen. ‘We moeten de sloten en greppels regelmatig baggeren zodat het water blijft doorstromen.’
We zeggen even niets en genieten van de stilte. We lopen richting een grote waterplas, ontstaan door zandwinning. Richard wijst naar een wilde eend. ‘Die zoeken elkaar nu al op om straks te paren.’
Rustgebied
We merken hier goed dat we als bezoeker de dieren storen. Een vlucht ganzen stijgt op om afstand van ons te nemen. Richard: ‘Dat zijn kolganzen. Door de zachte winters is er voor hen hier nog voldoende voedsel. Ze verblijven hier tijdelijk en vliegen dan weer verder.’
We spotten een zilverreiger die hier vooral te zien is in het broedseizoen. Ook dan mag je in Easterskar komen. Richard vraagt iedereen wel om de rust te bewaren voor de dieren. ‘Geen muziek of harde geluiden en honden zijn hier niet welkom. Zoogdieren zoals de haas en de ree ruiken de mens en vooral de hond op afstand. In Easterskar aan de andere kant van de Bisschopsweg mag je wel met een aangelijnde hond komen.’
Richard gaat weer terug naar kantoor. ‘Steeds meer computerwerk is er in geslopen. Maar ik ben graag buiten en voor mijn werk is het nodig dat ik met eigen ogen zie wat er moet gebeuren en of het natuurbeheer gedaan wordt zoals bedoeld is.’
Wandelroute
Er valt nog veel meer te zien in Easterskar dan waar Richard over heeft kunnen vertellen. Dus ga op pad! Misschien ontdek je tussen het riet de otter, libelle of kleine modderkruiper.
De wandeling begint bij wandelknooppunt 61 aan de Bisschopsweg in Rotstergaast. Vanaf knooppunt 41 in Nieuweschoot bij parkeerplaats De Heide is het wandelrondje ongeveer 10 kilometer. Zie het wandelkaartje van de app Wandelroutenetwerk voor meer informatie.
Vereniging
It Fryske Gea is de provinciale vereniging voor natuurbescherming in Friesland. Zij zorgen voor de bescherming, het behoud en ontwikkeling van natuur, landschap en cultureel erfgoed.
Dit artikel is gepubliceerd in Skoatter Doarpsnijs van maart 2024